schrijfsels
maandag 29 september 2014
De Muze: deel 1.
Net m'n laatste slurp koffie achter de rug, wat café De Muze betreft althans.
Het bruine cafégebeuren sluit voorgoed haar deuren, wat de oude vorm betreft althans. Ik geloof echter in de Ziel, de Muze, en haar Universele Wezen. De Muze trok volk aan met Ziel, of op zoek naar Ziel, net als overal, maar vooral daar. Als de Muze haar oog laat vallen op een bruin café-etablissement aan de Melkmarkt in Antwerpen mogen we ze dankbaar zijn. Gedurende net geen vijftig jaar streek ze er neer, een jubileum heeft niet meer mogen zijn,maar ook daar heeft ze vast wel haar reden voor. In al die jaren voedde ze dorstige zielen, en inspireerde menig Jazzliefhebber. Jazz is muziek met Ziel, en dat ontstond op deze plek. Er was natuurlijk een man die dat mogelijk maakte, en dat was Jan. Maar Jan ken ik niet. In al die jaren dat ik er kwam heb ik geen woord met hem gewisseld, los van een hoofdknik. Misschien was dat een gemiste kans.
Maar het is niet alleen het Café, maar ook haar ligging in de stad welke haar bijzonder maakte. Die plek aan de Melkmarkt is een bottleneck, veel volk dat de stad inkomt passeert daar. Daarom was de Muze tevens mijn kantoor. Ik hou niet zo van afspreken met mensen omwille van mijn wispelturige natuur,ik weet niet wat morgen brengt en dat wil ik ook zo houden. Gelukkig passeerde iedereen wel eens De Muze, dus daar kwam ik ze allemaal wel eens tegen. Zelfs Wannes. Het was een memorabel moment. Ik zat binnen aan een tafeltje, hij schuin tegenover mij. Serendipiteit is een prachtig iets. Ik haal het boek uit m'n clownskoffer met al z'n zangteksten en stap met m'n stoute schoenen op hem af. "Of hij er even wat voor mij wou inzetten", en dat wou hij zeker. Een dikke twee uur heb ik er met hem gezeten, hij praatte aan één stuk door over Poechenelle theater, Maskerspel en Clowns, de roots van het theater. Hij nodigde mij uit voor een theaterstuk met Balinese Maskers, "dat ga je zeker goed vinden" zei hij. Een jaar later was hij er niet meer. Dank je Muze voor deze mooie ontmoeting met een geïnspireerd man. In de Muze kon je magische ontmoetingen hebben met mensen die je niet kende. De toog was het altaar waar menig spiritueel vocht de keelgaten binnengleed om in de juiste stemming te komen. Ferre keer erop neer en zag dat het goed was. Ik zat meestal binnen aan het tafeltje aan het raam. Deze plek vormde een grens tussen binnen en buiten, tussen droom en waken in, en in die sfeer liet ik mij beroeren, en kreeg er de beste ideeën om te schrijven, ontwerpen of dromen. Hier vond telkens een mooie invocatie plaats,vooral met Nina Simone op de achtergrond.
De hogepriesteressen en hogepriesters van deze Jazztempel verdienen meer dan lof. Bina, Ellen, Stella, Jan, Sofie, Ives en zovele anderen die de riten van het café hoog hielden, en de koffie warm. Ik dronk er sloten, niet omdat die zo bijzonder lekker was, maar het maakte deel uit van het ritueel, uit groene koppen met een fijn goud randje, ze fungeerden als Graalbeker.
Net na ik m'n laatste slok koffie heb genuttigd stop ik er gauw één in m'n tas. Een relikwie. Vergeef me Muze, en dat weet ik, want Ferre knipoogt me nog na. Zal deze gewijde grond zijn heiligheid blijven behouden op deze ontzielde plek wat ooit een stad mocht zijn waar mensen woonden en leefden, en geen produkt dat je medogenloos verteert en uitkakt als een marketingdrol met een "A" op, of zal ze tevens ingelijfd worden? Zal de Muze ervoor kiezen om een nieuwe poortwachter/caféuitbater te instaleren, of zal ze elders neerstrijken om haar gunsten te verlenen? Aan haar de keuze.
dinsdag 18 maart 2014
Sprookje: De Handtas.
Stel je eens voor...
Een onbekende stad.Volgens velen een shoppingwalhalla, maar veel meer dan dat.
In deze stad is er ergens een buurt, en hele oude buurt.
Een hele bijzondere buurt, waar je plekken, dingen en mensen aantreft, die je nergens anders vindt.
Er zijn heel apparte straatjes en pleintjes, gebouwen, monumenten,bezienswaardigheden.
Op deze fantastische plek zijn er ook geweldige winkeltjes.
Een beetje zoals de wegisweg, maar dan veel meer bijzonder,want deze buurt heb jij gecreeërd.
Door jouw dromen,verlangens,gedachten en gevoelens is deze buurt langzaam maar zeker tot stand gekomen.
Langzaam maar zeker groeide ze uit jou onbewuste en nam meer en meer een unieke vorm aan.
Het is jouw persoonlijke buurt,en ze staat los van tijd en ruimte.
Ze staat los van alles wat je kent of ooit gezien hebt.
Op deze plek kan je helemaal jezelf zijn.
Je kunt er ook nieuwe dingen van jezelf tegenkomen, dingen die je nog niet kent.
Andere hoedanigheden, verloren talenten, verborgen dromen en vergeten verlangens hebben zich hier gehuisvest, maar ook dierbare herinneringen, gekoesterde momenten vol liefde, inspiratie en verwondering vinden hier hun plaats.
Stel je eens voor...
Je staat aan de ingang van deze buurt.
De grens word duidelijk aangegeven door een markering.
Een soort mijlpaal, monument, een gangetje of een poort, je stapt doorheen de grens binnen in jouw bijzondere buurt.
Neem maar even de tijd om eens rond te kijken waar je bent.
Dit is nu jouw buurt.
Ze is er altijd geweest en ze zal er altijd zijn. Wat zie je allemaal? Wat hoor je? Ruik je?
Begin nu langzaam te wandelen doorheen deze buurt, een beetje kuierend, let eens op de huizen.
Hoe zien ze eruit? Wat voor bouwstijlen tref je hier? Aan wat doen ze jou denken?
Terwijl je verder wandeld herinner je je plots dat er hier een heel bijzonder winkeltje is.
Geen gewone doordeweekse winkel zoals je er zoveel aantreft, maar een heel uniek bijzonder winkeltje.
In dit bijzondere winkeltje verkopen ze dingen die je altijd al had willen hebben, hele bijzondere dingen.
Soms zijn deze dingen vermomd.
Ze liggen dan in het kleine uitstalraampje te glunderen in een vorm die je aanspreekt, maar misschien nog niet weet wat ze echt voor jou te betekenen hebben.
Loop nu in de richting van jouw winkeltje.
En ook al ben je hier nog nooit geweest, toch weet je instinctief hoe je moet lopen.
Neem de tijd om er naartoe te gaan...
En ja, daar nader je het straatje waar jouw wonderwinkeltje zich bevindt.
Stel je eens voor...
Vanaf een afstand herken je onmiddelijk het uitstalraam en zijn bijzondere omlijsting. Is er een uithangbord? Misschien een lichtreclame? Of nog wat anders?
Ga maar eens dichterbij om het uitstalraam te bewonderen.
Het lijkt een beetje op een bijzonder allegaartje van spullen. Hoe zijn ze gepresenteerd?
Wat valt er op? Hoe is de belichting van deze etalage? Wat ligt er allemaal in? Valt er ook wat te horen? Is er een geur? Hoe voelt het aan?
Als je naarbinnen loert, wat kan je dan zien?
Ik weet niet of je ze al gezien hebt. Ik heb het over die bijzondere handtas.
Ja, die daar. Erg bijzonder, niet?
Het lijkt wel of je deze tas herkent, maar ook weer niet. Ze brengt een beetje een déja-vue effect teweeg.
Let eens op de details. Hoe wordt ze gepresenteerd? Wat valt eraan op? Ze is werkelijk prachtig! Uniek en bijzonder, en ook een beetje mysterieus. Werkelijk een magische handtas.
Weet je wat er ook zo bijzonder is, op het prijskaartje staat geen getal, alleen een opschrift:
"De prijs die je betaald is wat je erin stopt en meedraagt, maar wat je krijgt maakt je lichter van jezelf"
Het maakt je erg nieuwsgierig.
Je krijgt zin om naarbinnen te stappen om meer te weten te komen over deze heerlijke, wonderlijke handtas. Zou je het doen?
Stel je eens voor...
Je stapt dit mysterieuze bijzondere winkeltje binnen.
Let eens op de inrichting. Zijn er kasten, planken, rekken? Hoe worden de bijzondere artikelen gepresenteerd? Hoe is de sfeer in dit winkeltje,het licht, de temperatuur? Welke kleuren zijn er overheersend? Is er achtergrondmuziek? Hoe ruikt het hier?
Daar achter de toonbank staat de hele oude, maar voorname, kokette winkeldame.
Zij is de winkelierster, en zorgt dat het winkeltje perfect word onderhouden,tot de dag dat je er durft binnen te stappen.
Nu is het moment gekomen.
Jij bent de eerste en enigste klant van dit winkeltje.
"Eindelijk" kirt ze. "Ik heb lang op jou zitten wachten." "Ik ben blij dat je in jouw winkeltje bent binnengestapt."" Want dit is echt jouw winkeltje, en ook weer niet, "kirt ze.
"Hier is de klant koningin!" lacht ze op haar grappige manier. "En de koningin, dat ben jij!"
Het is een innemende,warme vrouw, maar wel, op een sympatieke manier een beetje eigenaardig.
Let eens op haar kleding. Wat voor kleuren draagt ze? Hoe is de snit van haar kleding? Hoe ruikt ze? Hoe klinkt haar stem? Hoe voelt ze aan?
Ze geeft je een hand en zegt:
"voor ik jou je persoonlijke klantenkaart overhandig,
wil je waarschijnlijk meer weten over De Handtas."
Ze spreekt het een beetje plechtig uit,alsof het over een heel bijzonder voorwerp gaat, bijna iets sacraal.
"De Handtas is al oud", zegt ze,"maar zo ziet ze er niet uit."
"Kom mee kind", en ze neemt je waarachtig bij de hand en neemt je mee naar de etalage.
Heel voorzichtig neemt ze liefdevol De Handtas uit de etalage, en zet op een klein tafeltje voor je neer.
De winkeldame gaat erbij zitten, en vraagt of je dat ook wilt doen.
Stel je eens voor...
Je bekijkt de tas, maar laat ze nog gesloten.
Welke kleur heeft ze? Hoe groot is ze? Wat voor handvaten, of is er een draagriem?
Uit wat voor materiaal is ze gemaakt? Zijn er zijvakjes? Hoe sluit de tas? Wat is er nog zo bijzonder aan deze handtas? Neem ze eens vast. Hoe voelt de tas? Is ze zwaar of licht? Stevig of soepel? Hoe ruikt de tas? Welk gevoel geeft ze je? Als je deze tas meedraagt, wat kan je dan? Wat denk je dan? Hoe gedraag je je? Wat voor iemand ben je dan? Wat maak je mee met zo'n tas, hoe reageren de mensen op jou? Geeft de tas je een speciale missie?
"Natuurlijk ben je gefascineerd door De Handtas", spreekt de winkeldame.
"Ze heeft je geroepen. "
"Ze heeft jou naar haartoe gedroomd."
"Ze weet wie je bent."
De oude winkeldame praat met rustige, indringende stem.
Het lijkt wel alsof de tas doorheen haar praat.
"Deze tas is als een museum."
"Deze tas is een dokterstas, boodschappentas, aktentas, toilettas, babyspullentas, pick-nicktas,school- en werktas."
"Het is de ultieme handtas."
"De Handtas is niet leeg",zegt de winkeldame bijna fluisterend.
"Ze is heel gevuld hoor, en ik weet echt niet wat er allemaal inzit."
"Jij ook niet hè, lacht ze."
"Of toch wel",zegt ze plagend.
"Weet je wat,
je mag De Handtas openen, maar niet in kijken hè,
en er één voor één drie spulletjes uithalen."
"Niet zoeken, nee, gewoon hup je hand erin en graaien maar."
"Als een grabbelton."
Stel je eens voor...
je opent De Handtas
stopt je hand in de tas
en haalt er wat uit.
Wat heb je eruit gehaald?
Wat kan je ermee? Hoe ziet het eruit? Wat voor gevoel krijg je erbij?
Haal nu een tweede item uit de tas.
Bekijk het.Betast het. Wat kan je ermee?
En een derde. Is er een verband tussen de tasobjecten? Zijn het totaal verschillende dingen?
Zijn er spullen bij die je ooit in je bezit hebt gehad, maar kwijt bent gespeeld?
Zitten er dingen tussen die je verbazen? Nieuwsgierig maken? Zijn er spullen bij waarvan je niet weet wat je ermee moet?
"Jij mag deze drie dingen houden." zegt de vrouw.
"Ze zijn voor jou bestemd."
"Neem ze mee, en draag ze mee in De Handtas,want die is ook voor jou", en ze geeft je De Handtas.
"Nee, je hoeft niks te betalen kind."
"De prijs die je betaald is wat je erin stopt en meedraagt, maar wat je krijgt maakt je lichter van jezelf"
zegt ze zoals op het prijskaartje vermeld stond.
Je stopt de spullen weer in de tas,
en bedankt de oude winkelierster.
"Draag zorg voor De Handtas", zegt ze.
"Want een ziel is broos en sterk."" Jij bent broos en sterk."" Wetend en onwetend."" Je herinnert je veel, maar niks is van belang. ""Belangrijk is wat kostbaar is."" En duurzaamheid ligt in je hart verscholen kind, zegt ze weer kirrend."
"Neem De Handtas en ga nu maar, weldra kom je weer."
I"n de koopjestijd van je dromen",lacht ze nu luidop.
Je bedankt de bijzondere winkelierster en neemt afscheid met De Handtas in de hand, onder je arm, over je rug, let eens op hoe je De Handtas draagt.
Je verlaat het unieke winkeltje,
en loopt weer door de straatjes van jouw buurt.
Want dit is jouw buurt.
Je loopt verder en verder,
tot je weer aan de ingang van je buurt komt.
Je kijkt nog eens goed rond,
en je stapt met De Handtas doorheen de poort naar buiten
wetende dat je vanaf nu hier altijd weer naartoe kunt keren.
Of in elk geval... in de koopjestijd van je dromen.
the end.
the end.
dinsdag 7 januari 2014
droom/sprookje : The Red Boots.
Als clown draag ik rode boots.
Ik ben in een slordige kamer van een hotel. Ik vertrek van Washington DC naar New York. Van daar vlieg ik naar huis. Ik vertrek te voet van Washington naar New York. Het is een verre tocht,en ik ben een hele tijd onderweg. Plots kruis ik een spoorweg, en men zegt mij om langs de trappen naar beneden te gaan, zodat ik onder het spoor kan. Ik kom in een ondergronds treinstation met ingangen naar perrons. Plots ben ik in een grote oude zaak waar men laarzen restaureert. Het ziet eruit als een heel oud ruim atelier vol met allerlei soorten laarzen, accesoires en ook kleding. In een houten,beetje stoffige kast staan enkele zeer hoge laarzen te wachten op restauratie. Ze zijn werkelijk zeer hoog, want ze reiken bijna tot mijn schouders. Mijn oog valt op een oude hoge laars, van fijn bruin leder vervaardigt,en bijzonder van vorm. Bovenaan een beetje bolvormig rond het bovenbeen,dan weer smaller en dan weer breder naar de kuit toe. Een magnifiek stuk. Dan zegt een stem: "kijk eens naar die rode laars". Naast de bruine staat een mooie hoge rode laars te wachten op restauratie. Het is eerder een beetje flets rood, maar wel zeer authentiek in heel mooi zacht leder. De laars is duidelijk reeds gedragen, maar nog in perfecte staat. Duidend op de rode laars zegt de stem: "als je eens wist hoe oud die laars is en hoeveel ze waard is, een fortuin"! Ik zeg: "goh, die laars staat hier zomaar zonder enig toezicht, iedereen kan ze zomaar meenemen", en het komt in mij op om dat ook te doen. "Ja", zegt de stem, "maar daarom staat er ook maar één exemplaar". Ik kijk stiekem verder rond en achter een hoek in een oude stoffige kast staat het andere rode exemplaar, ook een magnifieke rode lederen laars. Er hangt tevens een hoge patchwork hippielaars in daim leder met hoge blokhak, ik voel even aan het zachte daim en bekijk de verschillende kleuren patchwork van het daim leder. Dan bedenk ik plots : "als ik de rode laarzen steel, krijgt het meisje die ze moet restaureren grote problemen, zij is verantwoordelijk voor deze laarzen, ze zal voor de rest van haar leven geruïneerd zijn, dit kan ik niet maken", en ik weersta de verleiding. Toch wil ik weten wie deze laarzen zal restaureren, en van wie ze eigenlijk toebehoren. Ik vraag aan het muffe personeel,een drietal meisjes met opgestoken haar in stofjas, wie de laarzen zal restaureren. Ze geven blijk van minachting, en doen alsof ze mijn vraag amper horen. "Waarom wilt u die laarzen passen" ,vragen ze mij. "Ik wil de laarzen niet passen want mijn maat is 46", zeg ik.(in het gewone leven vind ik amper laarzen in deze maat) "Och" zegt het personeel wat snuivend, "de laarzen zijn trouwens toch veel te groot voor u"! (in de droom zijn ze dan weer effectief veel te groot) Ik wil net weggaan maar plots komt de eigenares van de laarzen het winkelatelier binnen. Het is een dikke, vrolijke en sprookjesachtige vrouw, getooid met heel veel accesoires en juwelen, een beetje als de fee uit Cinderella. "Heb je ze nu geprobeerd", vraagt ze met pretlichtjes in de ogen. "Nee",zeg ik, "ze zijn veel te groot voor mij". "Nee hoor", zegt ze schalks, "ze passen perfect"! Ik kijk naar mijn benen en de laarzen passen warempel perfect aan mijn benen. Het rood is nu intenser, met lichte schakeringen,ik ruik het leder alsof het nieuw is. Het glanst, maar is toch ingetogen. Ze zijn nog mooier dan voordien. "Ik moet ervandoor", ze ik tegen de vrouw. "Dankjewel". "Met die laarzen kom je overal", zegt de fee-achtige vrouw, "want jij bent toch geen lief meisje meer"!? (brave meisje gaan naar de hemel, de stoute komen overal) Door de luidsprekers klinkt een aankondiging. Het vliegtuig naar L.A. is aangekomen. Trots,verheugd en met blij gemoed stap ik richting gate...
zondag 18 augustus 2013
Meeting the wizzard of Mortsel-Oude-God.
Proloog.
Het was in de nazomer van 1986.
Het ging niet goed met mij. Ik liep in donkere wolken, zonder very much new wave te zijn. Mijn lichaam was verkrampt en ik liep voorovergebogen als een oude man. Ik stond vol acné en had een ontstoken galblaas. Ik voelde mij doodongelukkig, alleen en verweest. Mijn oma was net overleden en wat er overbleef van "familie" zakte in elkaar als een plumpudding.
Ik liep middelbare school in het Lyceum te Mechelen. Daar zat ik in de menswetenschappen/kunst, op zich nog niet zo'n foute beslissing (achteraf bekeken) maar ik wilde meer kunst. Ik was alleen geïnteresseerd in tekenen en schilderen, voor al de rest had ik geen oog of oor. Mijn beslissing stond dus vast, ik moest en zou naar de kunsthumaniora gaan in Antwerpen. Maar dan moest ik ook alleen in Antwerpen gaan wonen en dat was best wel spannend. Mijn pappie wist nog van niks, die vertoefde in dampen patchoeli wierrook.
Het was in die periode dat m'n vriend en mede-Bhagwanadept Frank me bij Pierre wilde introduceren. "Ik ken een man in Mortsel, de Pierre, en da's ne kerel, die zou jij eens moeten ontmoeten", zei hij vanachter het stuur. Frank zat veel achter een stuur, want hij verkocht ze, ik bedoel de hele wagen. Hij werkte als verkoper bij een Toyotagarage en gaf motivatietraining in middelgrote bedrijven. "Wie is die Pierre dan", vroeg ik hem. "Pierre is een man die kan "voelen"." "Ik bedoel door-voelen."" Zoals ik u al geleerd heb met dat papiertje en die lijn, dat komt van Pierre." Frank had er blijkbaar een tijdje bijgewoond. Pierre onderhield een soort van esoterische commune met een heleboel mensen, ik was wel benieuwd.
We kwamen aan een kerk met een pleintje zoals er honderd zijn in Vlaanderen. Frank parkeerde de auto. We belden aan bij een heel gewoon rijtjeshuis, links een raam, rechts een raam en een deur in het midden. Misschien zijn ze "met iets bezig", zei Frank toen. Die zin ben ik nooit vergeten. "Met iets bezig" vond ik zo ongewoon klinken. Alsof hij een mysterie wou creëren. Met wat "bezig" in hemelsnaam? Schilderen, soep maken, schoffelen? Of bedoelde hij wilde orgiën en satanische rituelen? De deur ging open. Een kleine, dikke zwetende man met halfopen overhemd, nog geen meter zestig groot met een zelf gerepareerde bril deed open. "Ha, Frank, kom binnen." Hij gaf Frank een knuffel en mij een hand, "dag mijnheer", zei hij, maar stelde zichzelf niet voor. Ik vond "mijnheer" toen nog erg raar klinken, ik was net 18. We stonden even in de donkere hal met vaste vloerbekleding, en hij nam ons mee naar een zijkamertje. Het rook er muf en stoffig in combinatie met een vreemde ondefinieerbare, soort kruidnagelachtige geur en muren vol met boeken en papieren, ladekastjes die uitpuilden met vreemde rommel en bizarre collages met fotomodellen. Hier en daar zag je runentekens op geschilderd ter verzegeling alsof er niks in of uit deze kamer mocht komen. Het rolluik voor het raam was dicht en er brandde een naakte gloeilamp. Aan het raam stond een oud metalen kantoorbureau. "Ga zitten", zei Pierre. Hij praatte een tijdje met Frank in sappig Mortsels dialect, en keerde zich dan naar mij toe. "En u", vroeg hij. Ik wist niet goed wat hij bedoelde. "De Maarten tekent goed", zei Frank. "Hij heeft wat zaken bij, wil je ze laten zien", vroeg hij? Ik liet Pierre enkele schetsen zien. Vaak tekende ik droombeelden of maakte wat surreële beelden. Pierre bekeek ze langzaam en aandachtig één voor één. Af en toe knikte hij en soms leek het alsof hij luisterde naar de tekeningen, alsof ze hem iets te vertellen hadden. "Hmm", zei hij. "U bent goed, er is sprake van talent, maar u twijfelt te veel." "Er is teveel zelftwijfel, kunt u dit duiden?" Ik wist niet goed wat hij met 'duiden" bedoelde maar ik knikte. "En het is niet alleen twijfel, u ondergraaft uzelf constant, en daarbij komt nog dat u geen aarding hebt"." Ga eens even rechtop staan." Ik deed wat me gevraagd werd, hij wees met zijn wijsvinger naar mijn buikstreek,"hara in de grond", zei hij, en sloeg zelfverzekerd z'n vinger naar de vloer. Even leek het alsof ik iets gewaar werd meer ik wist niet goed wat. "Ga maar weer zitten", zei hij. "Wacht eens even", en hij rommelde in verscheidene laatjes op zoek naar weet ik veel. "Wacht efkes, Joke, Joke", riep hij. "Het amulet voor ge weet wel waar zit dat nu alweer?" Een dame kwam binnen en knikte vriendelijk in onze richting. "Ik was even aan het schoffelen in de tuin, bovenaan Pierre", zei ze" Hij ging op een kort trapladdertje staan en haalde uit een klein wit laatje een vreemdsoortig object. Het leek mij iets vies en aanvankelijk zou ik het niet hebben aangeraakt maar Pierre zei, "doe uw hand eens open". Hij gaf me het ding in handen, en ik bekeek het voorzichtig. Het was een vergeelde zwartwit foto van een man die voor zich uit staarde, een beetje wezenloos, vastgeplakt in een multikleurige wasachtige substantie. Er waren rondom kleine steentjes en runentekens ingezet. Bovenaan was er een plukje bont bevestigd en het rook weer sterk naar kruidnagel. "Kunt ge dit confronteren",vroeg hij? Ik wist weer niet wat hij bedoelde. "Hebt ge daar last van?" Ik wist niet goed wat hij met last bedoelde, maar ik vond het niet echt wat fraais, ik zou het eerder weggegooid hebben. "Hmm, ja dat dacht ik al", zei Pierre, terwijl ik niks had geantwoord. "U word sterk gerestimuleerd, en u zit niet goed." "Gaat u verhuizen?" Ik was erg verbaast over die vraag en vertelde kort over mijn plan om van Mechelen naar Antwerpen op mezelf te gaan wonen. "Ik weet niet goed of het een goed idee is", zei ik hem. Ik hoorde een gepiep, het bleek van z'n hoorapparaat te komen, "wacht efkes" zei hij, en frutselde wat aan het apparaatje tot het stopte met piepen."Ge moet luid en duidelijk praten want ik ben half doof", zei hij, "en half blind" kirde hij en keek me aan door zijn dikke brilglazen. Hij ging zitten, boog z'n hoofd en concentreerde zich, knipperde wat met z'n ogen, wreef over z'n gezicht, zuchtte diep en zei: "u heeft in het verleden voor een soortgelijke keuze gestaan"."Wat zich nu aandient is niet nieuw, het is een reproductie van wat er zich ooit heeft afgespeeld." "Misschien dat u moest vluchtten, of u verstoppen, dat maakt niet uit, maar het is niet nieuw, dat weet u?" Ik wist van niks. "Hmm", zei ik. "U zou het moeten ontladen", sprak hij. "Er is teveel dat u niet mag of kunt weten en dat verhindert u om te zien waar u naartoe moet, begrijpt u?" "Hmm", zei ik, maar hoorde het donderen in Keulen. "Goed, als u wilt kunt u bij ons een paar lessen volgen." "We hebben nu parapsychologie lopen en heldervoelen, en het zou goed doen om in regressie te gaan, zou u dat zien zitten?""Ik kan u ook op vijf a tien minuten leren strepen lezen en werken met kaarten, dat duurt misschien wat langer"" Bwa, euh..."zei ik. "Ge moet niks hè, maar het zou u goed doen, ge zou uw energie op peil kunnen houden en leren om u af te schermen, want ge staat bloot en open en ge neemt van alles mee wat niet van u is!" "Ik zal het eens bekijken", zei ik. Toen wendde hij zich weer naar Frank, praatte even met hem en nam weer afscheid. Frank gaf hem een kus en knuffel en toen ik hem ook een kus wou geven zei hij, "nee, zo kus je niet." "Bij een man moet ge de schouders kussen, dat heeft met energie te maken, maar dat leer je nog wel." Ik stond even verbaast, maar weldra waren we weer buiten en leek het alsof ik dat allemaal gedroomd had. Wat een bijzondere man. Ik wist niet goed wat ik over hem moest denken. Geen enkel idee of gevoel was op hem van toepassing. Het ging van vreemd/bizar tot interessant en sympatiek, wereldvreemd en wereldwijs tegelijk. Het leek alsof hij mij beter kende dan ikzelf. Dat kon ik niet goed verdragen, dus zou ik stappen zetten om te weten te komen wat hij hier allemaal mee bedoelde. Ik schreef me in voor de lessen parapsychologie er zouden er nog vele volgen... geen heidense rituelen, wel soep maken, schoffelen en leren "voelen"! Ik leerde "voelen" zoals ik nog nooit eerder had gevoeld. Het was voelen met beelden erbij. Het ging snel, efficient en zonder kabels!
Het was in de nazomer van 1986.
Het ging niet goed met mij. Ik liep in donkere wolken, zonder very much new wave te zijn. Mijn lichaam was verkrampt en ik liep voorovergebogen als een oude man. Ik stond vol acné en had een ontstoken galblaas. Ik voelde mij doodongelukkig, alleen en verweest. Mijn oma was net overleden en wat er overbleef van "familie" zakte in elkaar als een plumpudding.
Ik liep middelbare school in het Lyceum te Mechelen. Daar zat ik in de menswetenschappen/kunst, op zich nog niet zo'n foute beslissing (achteraf bekeken) maar ik wilde meer kunst. Ik was alleen geïnteresseerd in tekenen en schilderen, voor al de rest had ik geen oog of oor. Mijn beslissing stond dus vast, ik moest en zou naar de kunsthumaniora gaan in Antwerpen. Maar dan moest ik ook alleen in Antwerpen gaan wonen en dat was best wel spannend. Mijn pappie wist nog van niks, die vertoefde in dampen patchoeli wierrook.
Het was in die periode dat m'n vriend en mede-Bhagwanadept Frank me bij Pierre wilde introduceren. "Ik ken een man in Mortsel, de Pierre, en da's ne kerel, die zou jij eens moeten ontmoeten", zei hij vanachter het stuur. Frank zat veel achter een stuur, want hij verkocht ze, ik bedoel de hele wagen. Hij werkte als verkoper bij een Toyotagarage en gaf motivatietraining in middelgrote bedrijven. "Wie is die Pierre dan", vroeg ik hem. "Pierre is een man die kan "voelen"." "Ik bedoel door-voelen."" Zoals ik u al geleerd heb met dat papiertje en die lijn, dat komt van Pierre." Frank had er blijkbaar een tijdje bijgewoond. Pierre onderhield een soort van esoterische commune met een heleboel mensen, ik was wel benieuwd.
We kwamen aan een kerk met een pleintje zoals er honderd zijn in Vlaanderen. Frank parkeerde de auto. We belden aan bij een heel gewoon rijtjeshuis, links een raam, rechts een raam en een deur in het midden. Misschien zijn ze "met iets bezig", zei Frank toen. Die zin ben ik nooit vergeten. "Met iets bezig" vond ik zo ongewoon klinken. Alsof hij een mysterie wou creëren. Met wat "bezig" in hemelsnaam? Schilderen, soep maken, schoffelen? Of bedoelde hij wilde orgiën en satanische rituelen? De deur ging open. Een kleine, dikke zwetende man met halfopen overhemd, nog geen meter zestig groot met een zelf gerepareerde bril deed open. "Ha, Frank, kom binnen." Hij gaf Frank een knuffel en mij een hand, "dag mijnheer", zei hij, maar stelde zichzelf niet voor. Ik vond "mijnheer" toen nog erg raar klinken, ik was net 18. We stonden even in de donkere hal met vaste vloerbekleding, en hij nam ons mee naar een zijkamertje. Het rook er muf en stoffig in combinatie met een vreemde ondefinieerbare, soort kruidnagelachtige geur en muren vol met boeken en papieren, ladekastjes die uitpuilden met vreemde rommel en bizarre collages met fotomodellen. Hier en daar zag je runentekens op geschilderd ter verzegeling alsof er niks in of uit deze kamer mocht komen. Het rolluik voor het raam was dicht en er brandde een naakte gloeilamp. Aan het raam stond een oud metalen kantoorbureau. "Ga zitten", zei Pierre. Hij praatte een tijdje met Frank in sappig Mortsels dialect, en keerde zich dan naar mij toe. "En u", vroeg hij. Ik wist niet goed wat hij bedoelde. "De Maarten tekent goed", zei Frank. "Hij heeft wat zaken bij, wil je ze laten zien", vroeg hij? Ik liet Pierre enkele schetsen zien. Vaak tekende ik droombeelden of maakte wat surreële beelden. Pierre bekeek ze langzaam en aandachtig één voor één. Af en toe knikte hij en soms leek het alsof hij luisterde naar de tekeningen, alsof ze hem iets te vertellen hadden. "Hmm", zei hij. "U bent goed, er is sprake van talent, maar u twijfelt te veel." "Er is teveel zelftwijfel, kunt u dit duiden?" Ik wist niet goed wat hij met 'duiden" bedoelde maar ik knikte. "En het is niet alleen twijfel, u ondergraaft uzelf constant, en daarbij komt nog dat u geen aarding hebt"." Ga eens even rechtop staan." Ik deed wat me gevraagd werd, hij wees met zijn wijsvinger naar mijn buikstreek,"hara in de grond", zei hij, en sloeg zelfverzekerd z'n vinger naar de vloer. Even leek het alsof ik iets gewaar werd meer ik wist niet goed wat. "Ga maar weer zitten", zei hij. "Wacht eens even", en hij rommelde in verscheidene laatjes op zoek naar weet ik veel. "Wacht efkes, Joke, Joke", riep hij. "Het amulet voor ge weet wel waar zit dat nu alweer?" Een dame kwam binnen en knikte vriendelijk in onze richting. "Ik was even aan het schoffelen in de tuin, bovenaan Pierre", zei ze" Hij ging op een kort trapladdertje staan en haalde uit een klein wit laatje een vreemdsoortig object. Het leek mij iets vies en aanvankelijk zou ik het niet hebben aangeraakt maar Pierre zei, "doe uw hand eens open". Hij gaf me het ding in handen, en ik bekeek het voorzichtig. Het was een vergeelde zwartwit foto van een man die voor zich uit staarde, een beetje wezenloos, vastgeplakt in een multikleurige wasachtige substantie. Er waren rondom kleine steentjes en runentekens ingezet. Bovenaan was er een plukje bont bevestigd en het rook weer sterk naar kruidnagel. "Kunt ge dit confronteren",vroeg hij? Ik wist weer niet wat hij bedoelde. "Hebt ge daar last van?" Ik wist niet goed wat hij met last bedoelde, maar ik vond het niet echt wat fraais, ik zou het eerder weggegooid hebben. "Hmm, ja dat dacht ik al", zei Pierre, terwijl ik niks had geantwoord. "U word sterk gerestimuleerd, en u zit niet goed." "Gaat u verhuizen?" Ik was erg verbaast over die vraag en vertelde kort over mijn plan om van Mechelen naar Antwerpen op mezelf te gaan wonen. "Ik weet niet goed of het een goed idee is", zei ik hem. Ik hoorde een gepiep, het bleek van z'n hoorapparaat te komen, "wacht efkes" zei hij, en frutselde wat aan het apparaatje tot het stopte met piepen."Ge moet luid en duidelijk praten want ik ben half doof", zei hij, "en half blind" kirde hij en keek me aan door zijn dikke brilglazen. Hij ging zitten, boog z'n hoofd en concentreerde zich, knipperde wat met z'n ogen, wreef over z'n gezicht, zuchtte diep en zei: "u heeft in het verleden voor een soortgelijke keuze gestaan"."Wat zich nu aandient is niet nieuw, het is een reproductie van wat er zich ooit heeft afgespeeld." "Misschien dat u moest vluchtten, of u verstoppen, dat maakt niet uit, maar het is niet nieuw, dat weet u?" Ik wist van niks. "Hmm", zei ik. "U zou het moeten ontladen", sprak hij. "Er is teveel dat u niet mag of kunt weten en dat verhindert u om te zien waar u naartoe moet, begrijpt u?" "Hmm", zei ik, maar hoorde het donderen in Keulen. "Goed, als u wilt kunt u bij ons een paar lessen volgen." "We hebben nu parapsychologie lopen en heldervoelen, en het zou goed doen om in regressie te gaan, zou u dat zien zitten?""Ik kan u ook op vijf a tien minuten leren strepen lezen en werken met kaarten, dat duurt misschien wat langer"" Bwa, euh..."zei ik. "Ge moet niks hè, maar het zou u goed doen, ge zou uw energie op peil kunnen houden en leren om u af te schermen, want ge staat bloot en open en ge neemt van alles mee wat niet van u is!" "Ik zal het eens bekijken", zei ik. Toen wendde hij zich weer naar Frank, praatte even met hem en nam weer afscheid. Frank gaf hem een kus en knuffel en toen ik hem ook een kus wou geven zei hij, "nee, zo kus je niet." "Bij een man moet ge de schouders kussen, dat heeft met energie te maken, maar dat leer je nog wel." Ik stond even verbaast, maar weldra waren we weer buiten en leek het alsof ik dat allemaal gedroomd had. Wat een bijzondere man. Ik wist niet goed wat ik over hem moest denken. Geen enkel idee of gevoel was op hem van toepassing. Het ging van vreemd/bizar tot interessant en sympatiek, wereldvreemd en wereldwijs tegelijk. Het leek alsof hij mij beter kende dan ikzelf. Dat kon ik niet goed verdragen, dus zou ik stappen zetten om te weten te komen wat hij hier allemaal mee bedoelde. Ik schreef me in voor de lessen parapsychologie er zouden er nog vele volgen... geen heidense rituelen, wel soep maken, schoffelen en leren "voelen"! Ik leerde "voelen" zoals ik nog nooit eerder had gevoeld. Het was voelen met beelden erbij. Het ging snel, efficient en zonder kabels!
zaterdag 5 mei 2012
21 december 1994: Transmutatiedroom van een stadssjamaan.
1.) Eén.
Ik zit gehurkt aan een gigantische rivier, een ganges,een orinocco,een mississippi.Een levensstroom,badend in gouden ondergaand zonlicht.Ik ben ruig,fel behaard,ruwe botten,grof karkas,menselijk, een primaat. Ik kijk over het brede oeverbekken,en wentel mezelf al heen en weer wiegend in de overweldigende pracht van deze oerstroom. Ik koester mezelf,en voel me diep verbonden,één met deze gigantische aardse slagader. Deze rivier is mijn lichaam,en ik stroom eeuwig doorheen tijd en ruimte.
2.) De sprong.
Ik sta.Voor en achter mij een hoog hek met stevig gaas, naar links en rechts toe eindeloos uitlopend,ik sta in een tussengang.Een dorre vlakte. Achter het hek voor mij,een beest; ongetemd dierlijk, reusachtig gevaarlijk en wild. Ik grijp een kaaksbeen dat er ligt,en gooi het uit volle kracht tegen de omheining aan. Ik daag het beest uit. Het werpt zich met evenredige kracht tegen de omheining. Ik grijp nochmaals naar het kaaksbeen, en weer keil ik het tegen het hek. Het beest reageert wederom.Zo herhaal dit spel zich in culminerende mate,tot het beest zich met een dermate overweldigende woeste kracht zich naar mij richt,waardoor ik een sprong neem over de omheining naar de vlakte achter mij.
3.) Accupunctuur.
Ik sta in een vlakte,omringd door soortgenoten,harige primaten. We staan er wat wezenloos bij,tot ik me gewaar word van een vaag gezoem uit de verte. Het komt steeds dichterbij,en is erg indringend,als een reusachtige mantra die opstijgt vanuit het aardeoppervlak. Een stem in m'n hoofd gebied me om op mijn buik te gaan liggen,en mijn neusgaten met mijn duimen te sluiten,want de wespen komen. Ik sluit m'n ogen en het geluid wordt steeds meer overweldigend en indringender.Dan voel ik dat een kriebelende laag mij langzaam bedekt, het zoemen is nu alom, en mijn lichaam lijkt mee te trillen op de vibraties. Dan voel ik lichte steken,echter pijnloos. Duizenden kleine naaldjes prikken door mijn huid en maken minuscule gaatjes. Langzaam trekt de wespenmassa zich terug,het geluid neemt af. Ik sta voorzichtig op,en kijk naar mijn nieuwe lichaam. Mijn soortgenoten spiegelen zich aan elkaar,verbaasd en verwonderd.Onze nieuwe lijven zijn glad roze en onbehaard,met kleine puntjes van de prikken.
4.) Pan.
Ik ben op een oud boerenerf,samen met Mia,een sjamanistische teacher. We bevinden ons in de ingang van een stalling. Dan komt er een oude Ford-T sputterend het erf oprijden,en houdt zich halt in het midden van het erf. Een vreemde gedaante met bokkepoten stapt uit het vehikel,gehorend en wel. Hij komt naar ons toe lopen en kijkt mij met dikke gele bokkeogen aan,om vervolgens weer weg te stappen. "Dat was de geitejongen"zegt Mia,"hij komt om de geiten te hoeden".
5.) De terugblik.
Ik heb een groot,dik boek in mijn handen,gebonden in mooi bewerkt leer met zware,stevige kaft. Ik open het boek en tussen de bladzijden voor mij zie ik mezelf als primaat aan de rivier zitten, vier dimensionaal als hologram,alsof ik zomaar in de scene zou kunnen stappen. Ik sla nogmaals een bladzijde om en krijg de scene met het beest te zien en achtereenvolgens de wespen.Dan centraal, een lichtende vrouwelijke gedaante in catsuit,die zich links en rechts naar buiten toe ontdubbeld van licht naar donker. In haar handen,voor zich uitstekend vanuit haar hart,een dolk,vervolgens in haar ontdubbelingen : een zwaard,pistool,degen,enz...Ik sla weer een bladzijde om en zie mezelf in kindvorm in dezelfde lichtgedaante en ontdubbelingen.
6.) Bevrijding/epiloog.
Ik aanschouw het volgende gebeuren: Een oude paardemolen begint te draaien. In de molen bevindt zich een prachtige witte zwaan. De molen draait sneller en sneller,terwijl de zwaan allerlei obstakels probeert te ontwijken. Op het climaxmoment komen er twee lichtende handen uit de hemel die de zwaan moeiteloos bevrijden uit de snel draaiende molen.
Ik zit gehurkt aan een gigantische rivier, een ganges,een orinocco,een mississippi.Een levensstroom,badend in gouden ondergaand zonlicht.Ik ben ruig,fel behaard,ruwe botten,grof karkas,menselijk, een primaat. Ik kijk over het brede oeverbekken,en wentel mezelf al heen en weer wiegend in de overweldigende pracht van deze oerstroom. Ik koester mezelf,en voel me diep verbonden,één met deze gigantische aardse slagader. Deze rivier is mijn lichaam,en ik stroom eeuwig doorheen tijd en ruimte.
2.) De sprong.
Ik sta.Voor en achter mij een hoog hek met stevig gaas, naar links en rechts toe eindeloos uitlopend,ik sta in een tussengang.Een dorre vlakte. Achter het hek voor mij,een beest; ongetemd dierlijk, reusachtig gevaarlijk en wild. Ik grijp een kaaksbeen dat er ligt,en gooi het uit volle kracht tegen de omheining aan. Ik daag het beest uit. Het werpt zich met evenredige kracht tegen de omheining. Ik grijp nochmaals naar het kaaksbeen, en weer keil ik het tegen het hek. Het beest reageert wederom.Zo herhaal dit spel zich in culminerende mate,tot het beest zich met een dermate overweldigende woeste kracht zich naar mij richt,waardoor ik een sprong neem over de omheining naar de vlakte achter mij.
3.) Accupunctuur.
Ik sta in een vlakte,omringd door soortgenoten,harige primaten. We staan er wat wezenloos bij,tot ik me gewaar word van een vaag gezoem uit de verte. Het komt steeds dichterbij,en is erg indringend,als een reusachtige mantra die opstijgt vanuit het aardeoppervlak. Een stem in m'n hoofd gebied me om op mijn buik te gaan liggen,en mijn neusgaten met mijn duimen te sluiten,want de wespen komen. Ik sluit m'n ogen en het geluid wordt steeds meer overweldigend en indringender.Dan voel ik dat een kriebelende laag mij langzaam bedekt, het zoemen is nu alom, en mijn lichaam lijkt mee te trillen op de vibraties. Dan voel ik lichte steken,echter pijnloos. Duizenden kleine naaldjes prikken door mijn huid en maken minuscule gaatjes. Langzaam trekt de wespenmassa zich terug,het geluid neemt af. Ik sta voorzichtig op,en kijk naar mijn nieuwe lichaam. Mijn soortgenoten spiegelen zich aan elkaar,verbaasd en verwonderd.Onze nieuwe lijven zijn glad roze en onbehaard,met kleine puntjes van de prikken.
4.) Pan.
Ik ben op een oud boerenerf,samen met Mia,een sjamanistische teacher. We bevinden ons in de ingang van een stalling. Dan komt er een oude Ford-T sputterend het erf oprijden,en houdt zich halt in het midden van het erf. Een vreemde gedaante met bokkepoten stapt uit het vehikel,gehorend en wel. Hij komt naar ons toe lopen en kijkt mij met dikke gele bokkeogen aan,om vervolgens weer weg te stappen. "Dat was de geitejongen"zegt Mia,"hij komt om de geiten te hoeden".
5.) De terugblik.
Ik heb een groot,dik boek in mijn handen,gebonden in mooi bewerkt leer met zware,stevige kaft. Ik open het boek en tussen de bladzijden voor mij zie ik mezelf als primaat aan de rivier zitten, vier dimensionaal als hologram,alsof ik zomaar in de scene zou kunnen stappen. Ik sla nogmaals een bladzijde om en krijg de scene met het beest te zien en achtereenvolgens de wespen.Dan centraal, een lichtende vrouwelijke gedaante in catsuit,die zich links en rechts naar buiten toe ontdubbeld van licht naar donker. In haar handen,voor zich uitstekend vanuit haar hart,een dolk,vervolgens in haar ontdubbelingen : een zwaard,pistool,degen,enz...Ik sla weer een bladzijde om en zie mezelf in kindvorm in dezelfde lichtgedaante en ontdubbelingen.
6.) Bevrijding/epiloog.
Ik aanschouw het volgende gebeuren: Een oude paardemolen begint te draaien. In de molen bevindt zich een prachtige witte zwaan. De molen draait sneller en sneller,terwijl de zwaan allerlei obstakels probeert te ontwijken. Op het climaxmoment komen er twee lichtende handen uit de hemel die de zwaan moeiteloos bevrijden uit de snel draaiende molen.
zondag 24 oktober 2010
Cinema paradiso.
Mechelen,1975.
Het Regent.Het is april.
Mam staat in de keuken.De resten aan het wegwerken van de zondags gebraden kip.Met rijst.En appelmoes.De keuken is vettig en ranzig en de geur van de kip lijkt er vereeuwigd."Ik weet nog vaak, dat kleine Sjaak,groot in't kattekwaad",zingt ze met de radio van de "distributie" mee.Pappie heeft er een luidspreker aan verbonden,en de klank is fantastisch,vindt hij zelf."Hè,die kraan zit weer helemaal los",zegt ze met haar angora rok, en die is lekker zacht!Ik heb me met een jommekesboek gesetteld aan m'n tafeltje bij het raam met een glaasje spa citroen. Pappie komt binnen."Zeg manneke gaat ge mee we zullen eens een filmpje draaien se."Ik hol achter pappie aan doorheen de tuin met het natte gras tot aan de garage achterin.Dit is het "laboratorium".Maar ook de geheime plek waar de filmprojector staat die uit de bioscoop van m'n grootouders komt. Pappie draait de sleutel om.
Een geur van ontsmettingsmiddel en vochtige muren.Spinnewebben in de hoek.Een stoffige,vieze vloer,schabben met glazen potten met allerlei chemicaliën,zwaar over datum.Apparaten met losse bedradingen,knoppen en transistoren,beeldschermen die ooit van goed nieuws,maar ook van tumoren getuigden,reageerbuizen zonder baby's en kolven naar m'n vader's hand.Dit moet het smerigste privélaboratorium zijn op aard.Een laboratorium waar experimenten nooit een begin krijgen maar altijd voleindigen op een doordeweekse sisser.
Links in de hoek,stapels verroeste blikken dozen met filmfragmenten waaronder:
- de slotscene uit "Gejaagd door de wind",met een norse Scarlet O 'Harra die de deur uitloopt
-een fragment van de Marx brothers uit "Duck soup",waarbij Harpo z'n tatoos laat zien aan Groucho
-Romy Sneider in een trouwscène uit "Sissy"
-Danny Kay in een sportwagenscène uit "Knock on wood"
-Louis Mariano die "Rossignol" zingt uit "Le chanteur de mexico"
Pappie schakelt de electriciteit in met een zware hendel,zo eentje die ze gebruiken om een elektrische stoel te voorzien van genoeg voltage.Het tl-gebuisde licht weerkaatst medogenloos op menig aluminiumoppervlak. Een wit-blauwachtig schijnsel doorklieft de garage en doorboort het laboratoriumuniversum met z'n allomvernietigende antigezelligheidsstraal.De projector wordt piepend uit z'n hoek gerold.Lenzen worden opgepoetst,tandwielen geolied en rubberen aandrijfriemen aangespannen.Het filmritueel wordt grondig voorbereid,alsof de filmgoden gunstig gestemd dienen te worden.Het koperen filmgevaarte zit ingebouwd in een schamele houten kast, om het lawaai te beperken.Aangezien de "klanklezer" het al jaren begeven heeft,weerklinkt er bij het aanschouwen van de beelden een luid geratel van de film die door de projector heen loopt,een beetje zoals een vooroorlogse mitraillette.Na vijf minuten kom je in een soort van trance,en ben je volkomen ontvankelijk om de geprojecteerde beelden in je op te nemen en ze nooit meer los te laten. Dan wordt de filmspoel op het apparaat gezet en door de tandradaren van het apparaat geleid.Aan de muur hangt een klein scheef geïmproviseerd scherm. "Pak een stoel manneke",zegt pappie.Het is hier fris,maar de projectorlamp produceerd toch enige warmte.
De lichten gaan uit.Het geratel weerklinkt.Mijn hoofd gaat open. Ik ontvang.
Dit maal,voor de zoveelste maal,het fragment uit de Disneyfilm "The sword in the stone",waarbij Merlijn de borden zichzelf laat wassen. Jaren later,als ik besef dat mijn afwas na drie weken het vertikt om zichzelf schoon te maken,zal ik weer terugdenken aan dit fragment.De snelheid waarmee de film doorheen de projector loopt is net iets te traag,wat de filmbeelden een beetje haperend houterig effect opleverd.De ruimte tussen twee beelden wordt zichtbaar.Vacuum.Ik geniet van deze momenten.Het filmmonster verteerd onder luid tandwielgeknars het fragment,en het bekomt me weer eens zo goed.Een moment van intimiteit met m'n pappie,ze zijn zeldzaam.In deze vochtige,koude,stinkende keet ontwikkeld zich een moment van samenzijn tussen vader en zoon.Onuitgeproken,maar aanwezig:Cinema Paradiso!Meters cellulose brengt ons op dat moment even samen,duurtijd van het filmfragment.Daarom dat ik later "op de divan"beken dat mijn relatie met m'n vader louter "fragmentarisch"is.
Langzaam loopt de filmspoel af.Kletter kletter,t'is gedaan."Nog is pappie!" Ik krijg er geen genoeg van.
Als ik weer de tuin instap is die veranderd.Het licht is anders,de kleuren zijn anders.De tuin lijkt niet meer echt.Daarbinnen was echt.Ik en m'n pappie.De tuinnatuur is slechts een vale plek,een schijnrealiteit.Vogels lijken mechanisch aangedreven kwetteraars,de appelbomen van karton.
Liefde is realiteit.De enige.De vorm waarin ze plaatsvindt is bepalend voor wat we voor echt aannemen en wat niet.Voor eens en altijd.
Ik mis onze fragmenten.
Het Regent.Het is april.
Mam staat in de keuken.De resten aan het wegwerken van de zondags gebraden kip.Met rijst.En appelmoes.De keuken is vettig en ranzig en de geur van de kip lijkt er vereeuwigd."Ik weet nog vaak, dat kleine Sjaak,groot in't kattekwaad",zingt ze met de radio van de "distributie" mee.Pappie heeft er een luidspreker aan verbonden,en de klank is fantastisch,vindt hij zelf."Hè,die kraan zit weer helemaal los",zegt ze met haar angora rok, en die is lekker zacht!Ik heb me met een jommekesboek gesetteld aan m'n tafeltje bij het raam met een glaasje spa citroen. Pappie komt binnen."Zeg manneke gaat ge mee we zullen eens een filmpje draaien se."Ik hol achter pappie aan doorheen de tuin met het natte gras tot aan de garage achterin.Dit is het "laboratorium".Maar ook de geheime plek waar de filmprojector staat die uit de bioscoop van m'n grootouders komt. Pappie draait de sleutel om.
Een geur van ontsmettingsmiddel en vochtige muren.Spinnewebben in de hoek.Een stoffige,vieze vloer,schabben met glazen potten met allerlei chemicaliën,zwaar over datum.Apparaten met losse bedradingen,knoppen en transistoren,beeldschermen die ooit van goed nieuws,maar ook van tumoren getuigden,reageerbuizen zonder baby's en kolven naar m'n vader's hand.Dit moet het smerigste privélaboratorium zijn op aard.Een laboratorium waar experimenten nooit een begin krijgen maar altijd voleindigen op een doordeweekse sisser.
Links in de hoek,stapels verroeste blikken dozen met filmfragmenten waaronder:
- de slotscene uit "Gejaagd door de wind",met een norse Scarlet O 'Harra die de deur uitloopt
-een fragment van de Marx brothers uit "Duck soup",waarbij Harpo z'n tatoos laat zien aan Groucho
-Romy Sneider in een trouwscène uit "Sissy"
-Danny Kay in een sportwagenscène uit "Knock on wood"
-Louis Mariano die "Rossignol" zingt uit "Le chanteur de mexico"
Pappie schakelt de electriciteit in met een zware hendel,zo eentje die ze gebruiken om een elektrische stoel te voorzien van genoeg voltage.Het tl-gebuisde licht weerkaatst medogenloos op menig aluminiumoppervlak. Een wit-blauwachtig schijnsel doorklieft de garage en doorboort het laboratoriumuniversum met z'n allomvernietigende antigezelligheidsstraal.De projector wordt piepend uit z'n hoek gerold.Lenzen worden opgepoetst,tandwielen geolied en rubberen aandrijfriemen aangespannen.Het filmritueel wordt grondig voorbereid,alsof de filmgoden gunstig gestemd dienen te worden.Het koperen filmgevaarte zit ingebouwd in een schamele houten kast, om het lawaai te beperken.Aangezien de "klanklezer" het al jaren begeven heeft,weerklinkt er bij het aanschouwen van de beelden een luid geratel van de film die door de projector heen loopt,een beetje zoals een vooroorlogse mitraillette.Na vijf minuten kom je in een soort van trance,en ben je volkomen ontvankelijk om de geprojecteerde beelden in je op te nemen en ze nooit meer los te laten. Dan wordt de filmspoel op het apparaat gezet en door de tandradaren van het apparaat geleid.Aan de muur hangt een klein scheef geïmproviseerd scherm. "Pak een stoel manneke",zegt pappie.Het is hier fris,maar de projectorlamp produceerd toch enige warmte.
De lichten gaan uit.Het geratel weerklinkt.Mijn hoofd gaat open. Ik ontvang.
Dit maal,voor de zoveelste maal,het fragment uit de Disneyfilm "The sword in the stone",waarbij Merlijn de borden zichzelf laat wassen. Jaren later,als ik besef dat mijn afwas na drie weken het vertikt om zichzelf schoon te maken,zal ik weer terugdenken aan dit fragment.De snelheid waarmee de film doorheen de projector loopt is net iets te traag,wat de filmbeelden een beetje haperend houterig effect opleverd.De ruimte tussen twee beelden wordt zichtbaar.Vacuum.Ik geniet van deze momenten.Het filmmonster verteerd onder luid tandwielgeknars het fragment,en het bekomt me weer eens zo goed.Een moment van intimiteit met m'n pappie,ze zijn zeldzaam.In deze vochtige,koude,stinkende keet ontwikkeld zich een moment van samenzijn tussen vader en zoon.Onuitgeproken,maar aanwezig:Cinema Paradiso!Meters cellulose brengt ons op dat moment even samen,duurtijd van het filmfragment.Daarom dat ik later "op de divan"beken dat mijn relatie met m'n vader louter "fragmentarisch"is.
Langzaam loopt de filmspoel af.Kletter kletter,t'is gedaan."Nog is pappie!" Ik krijg er geen genoeg van.
Als ik weer de tuin instap is die veranderd.Het licht is anders,de kleuren zijn anders.De tuin lijkt niet meer echt.Daarbinnen was echt.Ik en m'n pappie.De tuinnatuur is slechts een vale plek,een schijnrealiteit.Vogels lijken mechanisch aangedreven kwetteraars,de appelbomen van karton.
Liefde is realiteit.De enige.De vorm waarin ze plaatsvindt is bepalend voor wat we voor echt aannemen en wat niet.Voor eens en altijd.
Ik mis onze fragmenten.
woensdag 6 oktober 2010
Seks,sekte en tulpebollen:deel 3.
Ik loop met Clara Cruz in m'n "John Travolta outfit" de trap af naar de Boozeria. Dat is de witgekalkte drank- en dansgelegenheid in de kelders van de commune.Mensen dansen extatisch en uitbundig op het kleine dansvloertje,af en toe klinkt er een enthousiaste schreeuw,al woonden ze Phil Collins "live" bij.Door de speakers klinkt the man himself dan ook een beetje potsierlijk,"su-su- sudio,wohohow..."gevolgd door "the road to nowhere",een klassieker hier, want nu stroomt de tien vierkante meter dansgelegenheid echt wel over van de explosieve danskriebels. Ik dans met Clara from Brazil,en zij met mij.Tot nu toe gaat alles goed.Om 10 uur komt Veeresh de keet binnen,en zet zich met Samadhi,medeoprichter van de "Humaniversity" aan den toog.Samen relaxend en nippend van een coctail met passende naam,"the laughing boedha". Aan de muur hangen mooie foto's van Bhagwan. Bhagwan wuivend vanuit z'n chalet.Bhagwan in z'n stoel.Bhagwan in z'n rolls royce. Bhagwan met een cowboyhoed op,namasteënd met een grijns tot achter z'n oren.Ik ben verslingerd aan deze man,vraag me niet waarom.Ik kan lange tijd zwijmelend naar z'n foto kijken als een verliefde bakvis naar z'n joepie-idool.Ik grijp even spontaan naar m'n mala,m'n kralenketting met z'n beeltenis.
"Hey",hoor ik plots,"da's lang geleden!"" Ik draai me om en daar staat hij dan,mr.Shaffy,swami Ramses noemen ze hem hier."The king has entered the building."Een dozijn enthousiastelingen vliegen naar hem toe en hij doet met luide stem z'n kliniekverhaal.Hij overstijgt zelfs op dat moment Mel en Kim met hun "respectable".Stiften in de aanslag word Ramses z'n gips overkliederd met lofbetuigingen en complimenten."When I lived in the Broncx,I knew a guy like you",zegt Veeresh tegen hem,"you're a real Zoba man,come here",en ze huggen als "bloodbrothers". Ramses krijgt wijn,wij zijn verhaal.Hij wordt zijn verhaal."Ja en dan steek ik de straat over en hieperdepiep ik ben de klos".Z'n been zit volledig in het gips."Nurse Ellen was zo een enig mens,een echte darling,ze smokkelde jagermeister voor me binnen onder haar oksels moet je weten en ze had van die leuke vetrolletjes".Hij imiteert haar manier van lopen,iedereen ligt dubbel."He's realy a nice man",zegt Clara,en ik beaam.
Enkele nummers later komt Ramses met kruk en been aangehinkeld op "This what it sounds like,when doves cry..."
"Nou nou",zegt hij, me even schalks aankijkend,"wat ben jij een mooie prijspoes."Ik denk dat ik op dat moment zo rood aanloop als de outfits rondom me. Hij draagt een roodpaars hemd dat open staat tot z'n navel.Zweet drupt van z'n voorhoofd.Z'n ogen kijken wild en begerig,ik weet even echt niet hoe ik moet reageren."Kom",zegt hij en pakt m'n hand,"we dansen een polka",en hij sleurt me achter zich aan de dansvloer op."Woehoew",schreewt Clara,"dance sweety!" Ramses slooft zich uit en we dansen als clowns,beschonken,onbeschaamd,vrij van ons verleden,we dansen ons weg van wat is geweest,alleen dit moment rest ons nog,Laylalalaylala zingt hij mee met de muziek.Zijn alomtegenwoordig bohemerschap besmet mij als een hardnekkig gelukszalig virus. "Leven",zegt hij,"daarom zijn we hier"."Ja",zeg ik,en knoop z'n boodschap in m'n oren.
Wat later zit ik met Clara te bekomen van de shaffywervelwind.zij vertelt me over de commune in Munchen waar ze woont,"if you like you can come to visit me,zegt ze zeer uitnodigend".
Wat later lopen we de trap weer op richting slaapzaal.Het is er donker en stil. In een verre uithoek ligt er een man wat muziek te luisteren uit een klein luidsprekertje dat hij op z'n walkman heeft aangesloten.Dit is nog het tijdperk van de casettebandjes.We settelen ons op mijn matrasje,ik hou m'n familiepak bij de hand. Ik ben aardig zenuwachtig.We huggen.Ik kom wat tot rust."Shall we undress",fluistert ze zachtjes.Dan liggen we daar.Ik geniet van haar zachte,koele huid.Onze lichamen komen langzaam in beweging,gefluister,een zucht,een streling,sofly and smooth...Ze komt op mij zitten en ik streel haar alom.Ik weet met m'n passie nog niet zo'n blijf.Ze stuurt m'n handen genadeloos over haar lichaam.Dit duurt een poosje,een spel zonder uitgesproken regels,geen winnaars,geen verliezers,alleen een mateloze stroom van stuurloze,en toch doelgerichte liefkozingen.Ze kronkelt zich wulps over me heen.
je bodyshop de brazil
vibreert m'n jongensmaagdenvlies
vruchten splijten open
de sapstroom neemt toe
orinoco flowflow
tongen alom en om
benen armen armen benen
buikstreek beeft
mijn oog in jouw oog
mangobodybutter
vingers verstrengelen
in een gebed van passie
het regenwoud regent een oeroude schreeuw
macumbababy
de yab yum boedha's lachen ons toe
vanuit champagneschuimende wolken
en bubbelende bodhisatvas met halve cocosnoten
prevelen
een gebed van sekssssssssscccccccccssssschuim
schaamteloos
voor altijd
en eeuwig
in jouw...............................................................
huhh.
We liggen in elkaars armen.Nog uithijgend,bezweet en bevredigd.Uit de verre uithoek van de zaal weerklinkt dan plots zachtjes de stem van Kate Bush uit het speakertje.De intimiteit is nu volkomen."Hoooo,he's here again",zingt ze zalig"the man with the child in his eyes".Zo blijven we lang,heel lang liggen.Babooshka houd ons in een liefdesklem.
De volgende ochtend zit ik bij "the therapists" op de bank."Great Kuteer,we're so proud.You really succeeded man."Ze nemen me op hun schouders en ik krijg een kleine triomftocht door de kamer. Ik mag blijven en Clara zowiezo.Serotonine suist door m'n aders."We notice you're in love with this wonderful girl,that's great,but please do not forget that she is not the only woman in this commune.""Keep yourself open,stay with your feet on the ground,don't space out,keep connected with us,okay?"
"Hmm,hmm"mompel ik,en denk aan Clara.
"Huhh!"
"Hey",hoor ik plots,"da's lang geleden!"" Ik draai me om en daar staat hij dan,mr.Shaffy,swami Ramses noemen ze hem hier."The king has entered the building."Een dozijn enthousiastelingen vliegen naar hem toe en hij doet met luide stem z'n kliniekverhaal.Hij overstijgt zelfs op dat moment Mel en Kim met hun "respectable".Stiften in de aanslag word Ramses z'n gips overkliederd met lofbetuigingen en complimenten."When I lived in the Broncx,I knew a guy like you",zegt Veeresh tegen hem,"you're a real Zoba man,come here",en ze huggen als "bloodbrothers". Ramses krijgt wijn,wij zijn verhaal.Hij wordt zijn verhaal."Ja en dan steek ik de straat over en hieperdepiep ik ben de klos".Z'n been zit volledig in het gips."Nurse Ellen was zo een enig mens,een echte darling,ze smokkelde jagermeister voor me binnen onder haar oksels moet je weten en ze had van die leuke vetrolletjes".Hij imiteert haar manier van lopen,iedereen ligt dubbel."He's realy a nice man",zegt Clara,en ik beaam.
Enkele nummers later komt Ramses met kruk en been aangehinkeld op "This what it sounds like,when doves cry..."
"Nou nou",zegt hij, me even schalks aankijkend,"wat ben jij een mooie prijspoes."Ik denk dat ik op dat moment zo rood aanloop als de outfits rondom me. Hij draagt een roodpaars hemd dat open staat tot z'n navel.Zweet drupt van z'n voorhoofd.Z'n ogen kijken wild en begerig,ik weet even echt niet hoe ik moet reageren."Kom",zegt hij en pakt m'n hand,"we dansen een polka",en hij sleurt me achter zich aan de dansvloer op."Woehoew",schreewt Clara,"dance sweety!" Ramses slooft zich uit en we dansen als clowns,beschonken,onbeschaamd,vrij van ons verleden,we dansen ons weg van wat is geweest,alleen dit moment rest ons nog,Laylalalaylala zingt hij mee met de muziek.Zijn alomtegenwoordig bohemerschap besmet mij als een hardnekkig gelukszalig virus. "Leven",zegt hij,"daarom zijn we hier"."Ja",zeg ik,en knoop z'n boodschap in m'n oren.
Wat later zit ik met Clara te bekomen van de shaffywervelwind.zij vertelt me over de commune in Munchen waar ze woont,"if you like you can come to visit me,zegt ze zeer uitnodigend".
Wat later lopen we de trap weer op richting slaapzaal.Het is er donker en stil. In een verre uithoek ligt er een man wat muziek te luisteren uit een klein luidsprekertje dat hij op z'n walkman heeft aangesloten.Dit is nog het tijdperk van de casettebandjes.We settelen ons op mijn matrasje,ik hou m'n familiepak bij de hand. Ik ben aardig zenuwachtig.We huggen.Ik kom wat tot rust."Shall we undress",fluistert ze zachtjes.Dan liggen we daar.Ik geniet van haar zachte,koele huid.Onze lichamen komen langzaam in beweging,gefluister,een zucht,een streling,sofly and smooth...Ze komt op mij zitten en ik streel haar alom.Ik weet met m'n passie nog niet zo'n blijf.Ze stuurt m'n handen genadeloos over haar lichaam.Dit duurt een poosje,een spel zonder uitgesproken regels,geen winnaars,geen verliezers,alleen een mateloze stroom van stuurloze,en toch doelgerichte liefkozingen.Ze kronkelt zich wulps over me heen.
je bodyshop de brazil
vibreert m'n jongensmaagdenvlies
vruchten splijten open
de sapstroom neemt toe
orinoco flowflow
tongen alom en om
benen armen armen benen
buikstreek beeft
mijn oog in jouw oog
mangobodybutter
vingers verstrengelen
in een gebed van passie
het regenwoud regent een oeroude schreeuw
macumbababy
de yab yum boedha's lachen ons toe
vanuit champagneschuimende wolken
en bubbelende bodhisatvas met halve cocosnoten
prevelen
een gebed van sekssssssssscccccccccssssschuim
schaamteloos
voor altijd
en eeuwig
in jouw...............................................................
huhh.
We liggen in elkaars armen.Nog uithijgend,bezweet en bevredigd.Uit de verre uithoek van de zaal weerklinkt dan plots zachtjes de stem van Kate Bush uit het speakertje.De intimiteit is nu volkomen."Hoooo,he's here again",zingt ze zalig"the man with the child in his eyes".Zo blijven we lang,heel lang liggen.Babooshka houd ons in een liefdesklem.
De volgende ochtend zit ik bij "the therapists" op de bank."Great Kuteer,we're so proud.You really succeeded man."Ze nemen me op hun schouders en ik krijg een kleine triomftocht door de kamer. Ik mag blijven en Clara zowiezo.Serotonine suist door m'n aders."We notice you're in love with this wonderful girl,that's great,but please do not forget that she is not the only woman in this commune.""Keep yourself open,stay with your feet on the ground,don't space out,keep connected with us,okay?"
"Hmm,hmm"mompel ik,en denk aan Clara.
"Huhh!"
Abonneren op:
Posts (Atom)