maandag 29 september 2014
De Muze: deel 1.
Net m'n laatste slurp koffie achter de rug, wat café De Muze betreft althans.
Het bruine cafégebeuren sluit voorgoed haar deuren, wat de oude vorm betreft althans. Ik geloof echter in de Ziel, de Muze, en haar Universele Wezen. De Muze trok volk aan met Ziel, of op zoek naar Ziel, net als overal, maar vooral daar. Als de Muze haar oog laat vallen op een bruin café-etablissement aan de Melkmarkt in Antwerpen mogen we ze dankbaar zijn. Gedurende net geen vijftig jaar streek ze er neer, een jubileum heeft niet meer mogen zijn,maar ook daar heeft ze vast wel haar reden voor. In al die jaren voedde ze dorstige zielen, en inspireerde menig Jazzliefhebber. Jazz is muziek met Ziel, en dat ontstond op deze plek. Er was natuurlijk een man die dat mogelijk maakte, en dat was Jan. Maar Jan ken ik niet. In al die jaren dat ik er kwam heb ik geen woord met hem gewisseld, los van een hoofdknik. Misschien was dat een gemiste kans.
Maar het is niet alleen het Café, maar ook haar ligging in de stad welke haar bijzonder maakte. Die plek aan de Melkmarkt is een bottleneck, veel volk dat de stad inkomt passeert daar. Daarom was de Muze tevens mijn kantoor. Ik hou niet zo van afspreken met mensen omwille van mijn wispelturige natuur,ik weet niet wat morgen brengt en dat wil ik ook zo houden. Gelukkig passeerde iedereen wel eens De Muze, dus daar kwam ik ze allemaal wel eens tegen. Zelfs Wannes. Het was een memorabel moment. Ik zat binnen aan een tafeltje, hij schuin tegenover mij. Serendipiteit is een prachtig iets. Ik haal het boek uit m'n clownskoffer met al z'n zangteksten en stap met m'n stoute schoenen op hem af. "Of hij er even wat voor mij wou inzetten", en dat wou hij zeker. Een dikke twee uur heb ik er met hem gezeten, hij praatte aan één stuk door over Poechenelle theater, Maskerspel en Clowns, de roots van het theater. Hij nodigde mij uit voor een theaterstuk met Balinese Maskers, "dat ga je zeker goed vinden" zei hij. Een jaar later was hij er niet meer. Dank je Muze voor deze mooie ontmoeting met een geïnspireerd man. In de Muze kon je magische ontmoetingen hebben met mensen die je niet kende. De toog was het altaar waar menig spiritueel vocht de keelgaten binnengleed om in de juiste stemming te komen. Ferre keer erop neer en zag dat het goed was. Ik zat meestal binnen aan het tafeltje aan het raam. Deze plek vormde een grens tussen binnen en buiten, tussen droom en waken in, en in die sfeer liet ik mij beroeren, en kreeg er de beste ideeën om te schrijven, ontwerpen of dromen. Hier vond telkens een mooie invocatie plaats,vooral met Nina Simone op de achtergrond.
De hogepriesteressen en hogepriesters van deze Jazztempel verdienen meer dan lof. Bina, Ellen, Stella, Jan, Sofie, Ives en zovele anderen die de riten van het café hoog hielden, en de koffie warm. Ik dronk er sloten, niet omdat die zo bijzonder lekker was, maar het maakte deel uit van het ritueel, uit groene koppen met een fijn goud randje, ze fungeerden als Graalbeker.
Net na ik m'n laatste slok koffie heb genuttigd stop ik er gauw één in m'n tas. Een relikwie. Vergeef me Muze, en dat weet ik, want Ferre knipoogt me nog na. Zal deze gewijde grond zijn heiligheid blijven behouden op deze ontzielde plek wat ooit een stad mocht zijn waar mensen woonden en leefden, en geen produkt dat je medogenloos verteert en uitkakt als een marketingdrol met een "A" op, of zal ze tevens ingelijfd worden? Zal de Muze ervoor kiezen om een nieuwe poortwachter/caféuitbater te instaleren, of zal ze elders neerstrijken om haar gunsten te verlenen? Aan haar de keuze.
Abonneren op:
Posts (Atom)