Proloog.
Het was in de nazomer van 1986.
Het ging niet goed met mij. Ik liep in donkere wolken, zonder very much new wave te zijn. Mijn lichaam was verkrampt en ik liep voorovergebogen als een oude man. Ik stond vol acné en had een ontstoken galblaas. Ik voelde mij doodongelukkig, alleen en verweest. Mijn oma was net overleden en wat er overbleef van "familie" zakte in elkaar als een plumpudding.
Ik liep middelbare school in het Lyceum te Mechelen. Daar zat ik in de menswetenschappen/kunst, op zich nog niet zo'n foute beslissing (achteraf bekeken) maar ik wilde meer kunst. Ik was alleen geïnteresseerd in tekenen en schilderen, voor al de rest had ik geen oog of oor. Mijn beslissing stond dus vast, ik moest en zou naar de kunsthumaniora gaan in Antwerpen. Maar dan moest ik ook alleen in Antwerpen gaan wonen en dat was best wel spannend. Mijn pappie wist nog van niks, die vertoefde in dampen patchoeli wierrook.
Het was in die periode dat m'n vriend en mede-Bhagwanadept Frank me bij Pierre wilde introduceren. "Ik ken een man in Mortsel, de Pierre, en da's ne kerel, die zou jij eens moeten ontmoeten", zei hij vanachter het stuur. Frank zat veel achter een stuur, want hij verkocht ze, ik bedoel de hele wagen. Hij werkte als verkoper bij een Toyotagarage en gaf motivatietraining in middelgrote bedrijven. "Wie is die Pierre dan", vroeg ik hem. "Pierre is een man die kan "voelen"." "Ik bedoel door-voelen."" Zoals ik u al geleerd heb met dat papiertje en die lijn, dat komt van Pierre." Frank had er blijkbaar een tijdje bijgewoond. Pierre onderhield een soort van esoterische commune met een heleboel mensen, ik was wel benieuwd.
We kwamen aan een kerk met een pleintje zoals er honderd zijn in Vlaanderen. Frank parkeerde de auto. We belden aan bij een heel gewoon rijtjeshuis, links een raam, rechts een raam en een deur in het midden. Misschien zijn ze "met iets bezig", zei Frank toen. Die zin ben ik nooit vergeten. "Met iets bezig" vond ik zo ongewoon klinken. Alsof hij een mysterie wou creëren. Met wat "bezig" in hemelsnaam? Schilderen, soep maken, schoffelen? Of bedoelde hij wilde orgiën en satanische rituelen? De deur ging open. Een kleine, dikke zwetende man met halfopen overhemd, nog geen meter zestig groot met een zelf gerepareerde bril deed open. "Ha, Frank, kom binnen." Hij gaf Frank een knuffel en mij een hand, "dag mijnheer", zei hij, maar stelde zichzelf niet voor. Ik vond "mijnheer" toen nog erg raar klinken, ik was net 18. We stonden even in de donkere hal met vaste vloerbekleding, en hij nam ons mee naar een zijkamertje. Het rook er muf en stoffig in combinatie met een vreemde ondefinieerbare, soort kruidnagelachtige geur en muren vol met boeken en papieren, ladekastjes die uitpuilden met vreemde rommel en bizarre collages met fotomodellen. Hier en daar zag je runentekens op geschilderd ter verzegeling alsof er niks in of uit deze kamer mocht komen. Het rolluik voor het raam was dicht en er brandde een naakte gloeilamp. Aan het raam stond een oud metalen kantoorbureau. "Ga zitten", zei Pierre. Hij praatte een tijdje met Frank in sappig Mortsels dialect, en keerde zich dan naar mij toe. "En u", vroeg hij. Ik wist niet goed wat hij bedoelde. "De Maarten tekent goed", zei Frank. "Hij heeft wat zaken bij, wil je ze laten zien", vroeg hij? Ik liet Pierre enkele schetsen zien. Vaak tekende ik droombeelden of maakte wat surreële beelden. Pierre bekeek ze langzaam en aandachtig één voor één. Af en toe knikte hij en soms leek het alsof hij luisterde naar de tekeningen, alsof ze hem iets te vertellen hadden. "Hmm", zei hij. "U bent goed, er is sprake van talent, maar u twijfelt te veel." "Er is teveel zelftwijfel, kunt u dit duiden?" Ik wist niet goed wat hij met 'duiden" bedoelde maar ik knikte. "En het is niet alleen twijfel, u ondergraaft uzelf constant, en daarbij komt nog dat u geen aarding hebt"." Ga eens even rechtop staan." Ik deed wat me gevraagd werd, hij wees met zijn wijsvinger naar mijn buikstreek,"hara in de grond", zei hij, en sloeg zelfverzekerd z'n vinger naar de vloer. Even leek het alsof ik iets gewaar werd meer ik wist niet goed wat. "Ga maar weer zitten", zei hij. "Wacht eens even", en hij rommelde in verscheidene laatjes op zoek naar weet ik veel. "Wacht efkes, Joke, Joke", riep hij. "Het amulet voor ge weet wel waar zit dat nu alweer?" Een dame kwam binnen en knikte vriendelijk in onze richting. "Ik was even aan het schoffelen in de tuin, bovenaan Pierre", zei ze" Hij ging op een kort trapladdertje staan en haalde uit een klein wit laatje een vreemdsoortig object. Het leek mij iets vies en aanvankelijk zou ik het niet hebben aangeraakt maar Pierre zei, "doe uw hand eens open". Hij gaf me het ding in handen, en ik bekeek het voorzichtig. Het was een vergeelde zwartwit foto van een man die voor zich uit staarde, een beetje wezenloos, vastgeplakt in een multikleurige wasachtige substantie. Er waren rondom kleine steentjes en runentekens ingezet. Bovenaan was er een plukje bont bevestigd en het rook weer sterk naar kruidnagel. "Kunt ge dit confronteren",vroeg hij? Ik wist weer niet wat hij bedoelde. "Hebt ge daar last van?" Ik wist niet goed wat hij met last bedoelde, maar ik vond het niet echt wat fraais, ik zou het eerder weggegooid hebben. "Hmm, ja dat dacht ik al", zei Pierre, terwijl ik niks had geantwoord. "U word sterk gerestimuleerd, en u zit niet goed." "Gaat u verhuizen?" Ik was erg verbaast over die vraag en vertelde kort over mijn plan om van Mechelen naar Antwerpen op mezelf te gaan wonen. "Ik weet niet goed of het een goed idee is", zei ik hem. Ik hoorde een gepiep, het bleek van z'n hoorapparaat te komen, "wacht efkes" zei hij, en frutselde wat aan het apparaatje tot het stopte met piepen."Ge moet luid en duidelijk praten want ik ben half doof", zei hij, "en half blind" kirde hij en keek me aan door zijn dikke brilglazen. Hij ging zitten, boog z'n hoofd en concentreerde zich, knipperde wat met z'n ogen, wreef over z'n gezicht, zuchtte diep en zei: "u heeft in het verleden voor een soortgelijke keuze gestaan"."Wat zich nu aandient is niet nieuw, het is een reproductie van wat er zich ooit heeft afgespeeld." "Misschien dat u moest vluchtten, of u verstoppen, dat maakt niet uit, maar het is niet nieuw, dat weet u?" Ik wist van niks. "Hmm", zei ik. "U zou het moeten ontladen", sprak hij. "Er is teveel dat u niet mag of kunt weten en dat verhindert u om te zien waar u naartoe moet, begrijpt u?" "Hmm", zei ik, maar hoorde het donderen in Keulen. "Goed, als u wilt kunt u bij ons een paar lessen volgen." "We hebben nu parapsychologie lopen en heldervoelen, en het zou goed doen om in regressie te gaan, zou u dat zien zitten?""Ik kan u ook op vijf a tien minuten leren strepen lezen en werken met kaarten, dat duurt misschien wat langer"" Bwa, euh..."zei ik. "Ge moet niks hè, maar het zou u goed doen, ge zou uw energie op peil kunnen houden en leren om u af te schermen, want ge staat bloot en open en ge neemt van alles mee wat niet van u is!" "Ik zal het eens bekijken", zei ik. Toen wendde hij zich weer naar Frank, praatte even met hem en nam weer afscheid. Frank gaf hem een kus en knuffel en toen ik hem ook een kus wou geven zei hij, "nee, zo kus je niet." "Bij een man moet ge de schouders kussen, dat heeft met energie te maken, maar dat leer je nog wel." Ik stond even verbaast, maar weldra waren we weer buiten en leek het alsof ik dat allemaal gedroomd had. Wat een bijzondere man. Ik wist niet goed wat ik over hem moest denken. Geen enkel idee of gevoel was op hem van toepassing. Het ging van vreemd/bizar tot interessant en sympatiek, wereldvreemd en wereldwijs tegelijk. Het leek alsof hij mij beter kende dan ikzelf. Dat kon ik niet goed verdragen, dus zou ik stappen zetten om te weten te komen wat hij hier allemaal mee bedoelde. Ik schreef me in voor de lessen parapsychologie er zouden er nog vele volgen... geen heidense rituelen, wel soep maken, schoffelen en leren "voelen"! Ik leerde "voelen" zoals ik nog nooit eerder had gevoeld. Het was voelen met beelden erbij. Het ging snel, efficient en zonder kabels!